Elk doek is een wikkel om de ziel, een wikkel die niet toelaat dat u mij ziet, in mijn zin en waanzin. Veilig waan ik mij in de kleden, terwijl mijn hart bonkt. Angst voor iemand die de waar-heid zou kunnen zien. Ontdekken, dat er onder dat alles een klein mens zit, met een te groot hart.